Nieuwsbrief

Precolumbiaans Amerika

Olmeken – Maya – Inca– beschavingen
Over juwelen, kralen en materialen

Precolumbiaanse schelp - Kleurrijke Wereld Sieraden

Er is ongelooflijk veel te vertellen over de diverse samenlevingen binnen het Precolumbiaanse Amerika; het betreft immers een heel continent gezien over ruim 2.000 jaar. Over iedere cultuur zijn er heel wat boeken geschreven. Onderstaande is bedoeld ter illustratie en achtergrondschets ten aanzien van de materialen waarmee Kleurrijke Wereld werkt. Derhalve een beknopte samenvatting als ook over de belangrijkste materialen op juwelengebied.

Korte samenvatting geschiedenis en bekende culturen

Voorouders Indianenbeschavingen
Veel onderzoekers waren het lange tijd eens dat de Indianen afstammelingen waren van volkeren uit Oost-Azië, die via een landbrug tussen Siberië en Alaska ca. 12.000 jaar geleden Amerika bereikten. Deze theorie wordt ondersteund door diverse opgravingen en onderzoek op skeletten in New Mexico (Clovis) waarbij sterke gelijkenissen zijn gevonden met mensen uit Oost-Azië (Mongolië, Siberië, China). Recentere studies met nog iets oudere skeletten (ca. 12.000 jaar tot 19-30.000 jaar oud) in het zuiden van Amerika tonen echter gelijkenissen met oeroude bevolking van Australië, de Aboriginals. Gespeculeerd wordt dat deze mensen zelfs per boot hun reis zouden hebben afgelegd naar (Zuid-) Amerika. Andere onderzoekers beweren dat beide volkeren zich moeten hebben gemixt ofwel dat een van beide is uitgeroeid of langzaam is uitgestorven. Een derde groep onderzoekers meent dat de echte voorouders van de Indianen afkomstig zijn uit Europa (afkomstig uit Frankrijk en Noord-Spanje en oostelijk Spanje – Solutreén mens) die rond ca. 20.000-16.000 jaar voor Christus de Atlantische oceaan zouden zijn overgestoken via de toen met ijsschotsen bedekte vlakten.

Neolithische revolutie
Net als in andere delen van de wereld kende Amerika ook een zogenaamde Neolithische revolutie. De tot dan toe vaak rondtrekkende volkeren gingen zich meer permanent vestigen als agrariërs, ofwel ruilde men het jagersbestaan steeds meer in voor het verbouwen van gewassen en het houden van vee.
In het Nabije- en Midden Oosten had de Neolithische revolutie het eerst plaats (Vruchtbare halve maan), later gebeurde dit ook in de rest van de wereld. (zie ook oude Mesopotamië en Neolithische kwarts). In Amerika en de meeste delen van Afrika vond deze revolutie enkele duizenden jaren later plaats dan in het Midden Oosten en Europa. Rond 2000 jaar voor Christus (Zuid-Amerika) en 4000-3000 jaar voor Christus (Midden- en oostelijk Noord-Amerika) waren er permanent gevestigde agrarische samenlevingen die langzaam aan ook aan veeteelt deden. Daar waar men in het Mesopotamië voornamelijk diverse graansoorten verbouwde had men in Amerika andere gewassen. In het zuiden van Amerika waren de aardappel, mais, quinoa en bonen het meest geteeld, samen met de lama, alpaca en cavia voor de veeteelt. In het zuiden van Noord-Amerika (westelijk deel) en Midden-Amerika, waren naast mais en bonen ook de tomaat en pompoen van belang. Er werden hier veelal honden en gevogelte gefokt voor de veeteelt.

Precolumbiaans Amerika
De ontdekking van de “Nieuwe Wereld”

Met de term “Precolumbiaans” worden de oude culturen bedoeld in zowel Noord- maar vooral Midden- en Zuid Amerika uit de tijd dat er nog geen Europese contacten en dus invloeden waren op deze samenlevingen en hun kunstuitingen. De meest bekende culturen die we kennen zijn de Maya’s, Inca’s en Azteken, maar ook oudere beschavingen als die van de Olmeken, Chavin en Moche behoren daartoe. “Precolumbiaans” kan in tijdstermen heel breed worden geïnterpreteerd, van ca. 1500-1200 voor Christus tot aan ca. 1500-1600 na Christus.

Amethist met precolumbiaanse schelp en neolithische kwarts - Kleurrijke Wereld Sieraden Pas in 1492 zetten de eerste Europeanen (Columbus) voet aan wal in Amerika; Reeds veel eerder echter hadden de Vikingen het noorden van Amerika aangedaan omstreeks het jaar 1000. Zij kwamen via Groenland het land binnen. De betrekkingen tussen de Vikingen en de toenmalige Indianen waren stroef en van weinig betekenis.

De ontdekking van Amerika door Columbus wordt daarom algemeen gezien als een doorbraak, waarna er in eerste instantie ruilhandel ontstond met de diverse beschavingen en later inname van land en de kolonisatie die plaats vond. Na de Spanjaarden en Portugezen volgenden ook snel de Engelsen en Hollanders die meer dan geïnteresseerd waren in dit nieuwe gebied.
Overigens was Columbus eigenlijk helemaal niet op zoek naar Amerika of de zogenoemde “Nieuwe Wereld”, omdat men simpelweg het bestaan ervan nog niet wist. Hij wilde met zijn tocht in plaats van de meest voor de hand liggende oostelijke richting de westelijke richting proberen om zodoende Indië te bereiken. Toen hij aan land kwam in Midden Amerika meende hij dan ook dat hij in Indië was aangekomen en de mensen die hij aantrof noemde hij daarom ook Indianen.

Met de komst van de Spanjaarden ging het snel bergafwaarts met de diverse bevolkingsgroepen. Ze werden overheerst door de Spanjaarden; veel cultureel erfgoed werd vernietigd, en ook de bevolking zelf voor een belangrijk deel verdreven, uitgeroeid of ging dood door de enorme epidemieën die de landen teisterden. De ziektes die de Europeanen meebrachten verspreidden zich snel en de bevolking was daar niet resistent tegen.

De bekende oude culturen

Olmeken (Meso-Amerika)

De Olmekenbeschaving wordt vaak gezien als de moederbeschaving, of tenminste een “zusterbeschaving” van de Maya’s en de latere Azteken. De Olmeken leefden ca. 1400 voor Christus in Tabasco en het laagland van Vera Cruz (golfkust Mexico) tot ca. 400 jaar voor Christus. De naam komt van “Olmeca” dat rubbervolk betekent, de naam die de Azteken hen gaven dat hen vanuit Vera Cruz van rubber voorzag.

Overzicht Precolumbiaanse beschavingen -Kleurrijke Wereld SieradenDe Olmeekse beschaving en die van de Maya’s en Azteken hadden belangrijke overeenkomsten, zoals het hiërogliefenschrift, de rituele kalender met 260 dagen en 52 jaar, de tempelpiramiden, het heilig balspel, het belang van bloedoffers en de overeenkomst in voedsel van mais, bonen en pompoenen.

Er waren grote rituele centra tijdens de Olmekenbeschaving waar duizenden mensen woonden. Bekendste 3 centra zijn die van San Lorenzo (1200-1000 jaar voor Christus), La Venta (tot 400 jaar voor Christus) en die van Tres Zapotes. De Olmeekse cultuur heeft belangrijke tempelpiramides en gigantische gebeeldhouwde hoofden (17 stuks) nagelaten. De oude Olmeken werden langzaam aan verdrongen door de Maya cultuur.

Maya’s (Meso-Amerika)
De Maya geschiedenis wordt traditioneel onderverdeeld in de pre-/klassieke/en post-klassieke periode. Hun geschiedenis begint ca. 2000 jaar voor Christus tot 1697 na Christus, hoewel de eerste Maya’s te vinden waren in Guatemala rond 4000 jaar voor Christus. In eerste instantie leefde het volk als jager/verzamelaar. Rond 1200 voor Christus waren er permanente dorpen. Tussen 1000 en 800 voor Christus trokken diverse groepen Maya’s naar de regenwouden van Peten en het schiereiland Yucatan (Mexico). Ook vandaag de dag bewonen de Maya’s nog dit gebied. De Maya’s hadden in eerste instantie belangrijke handelsbetrekkingen met de Olmeken, waarvan ze de hiërogliefen, de kalender, het bekende balspel en de bouw van tempelpiramiden overnamen. Al snel streefden de Maya’s de Olmeken in hun vooruitgang voorbij.
El Mirador (Peten), Tikal (Peten), Calakmul (Peten), Chichen Itza (Yucatan) zijn belangrijke steden/centra uit opeenvolgende periodes. De stad Chichen Itza werd in de post-klassieke periode veroverd en overgenomen door de Tolteken die er tijdelijk zo’n 200 jaar heersschappij hadden.
Zowel de Azteken en de Maya’s werden, nadat Columbus in 1492 de Nieuwe Wereld had ontdekt, veroverd door de Spanjaarden. In 1519 zette de Spaanse Hernan Cortes in Yucatan voet aan wal om de Azteken binnen 2 jaar te veroveren. In 1524 begon deze zelfde Hernan Cortes de verovering op de Maya’s, dat echter veel langer duurde. In 1527 had men de Maya’s in het hoogland veroverd, maar pas 20 jaar later gaven de Maya’s in Yucatan zich gewonnen. Het laatste Mayarijk dat viel was dat in Tayasal in Peten in 1697.

Andes-beschavingen
Nog voor dat de Inca’s hun rijk stichtten rondom het jaar 1200 jaar na Christus waren er eerst of gelijktijdig enkele andere bekende beschavingen in de Andes die in en rondom deze bergketen hun zetels hadden. Rond 2600 voor Christus leefden deze volkeren in eerste instantie langs de kustranden van de Stille Oceaan waar men van het rijke zeeleven kon leven en hier waren al de eerste complexe samenlevingen met imposante centra. Beroemde tempelcomplexen ontstonden, zoals die van de Chavin (800-200 jaar voor Christus), hoog gelegen in het oostelijk deel van de Andes in Peru. Het boerenbedrijf en de landbouw werd pas rond 2000 jaar voor Christus belangrijk en men leefde ook in de bergen en verder daarover heen. Er ontstonden lange handelsroutes tussen de vissersdorpen, de boerendorpen in het hoogland en het Amazone-gebied. De betrekkingen tussen de diverse bevolkingsgroepen waren van belangrijke invloed op de ontwikkeling van de Andesbeschavingen. We noemen achtereen volgens de belangrijkste beschavingen van Chavin, Moche en Nazca, Huari en Tiwanaku en de Chimu.

Inca’s
De Inca’s zijn volgens veel archeologen voortgekomen uit de Killkecultuur in de Cuzcovallei in Peru, een beschaving die bestond tussen 1000 en 1500 na Christus. Er was nog geen schrift, maar de taal “Quechua”  wordt nu nog door ca. 10 miljoen mensen in de Andes gesproken. Volgens de legenden was de eerste Inca Manco Capac, de zoon van de Zonnegod Inti. Hij trouwde met zijn volbloed zus (een normaal gebruik onder de Koninklijke Inca’s) en stichtte de hoofdstad Cuzco en het Incarijk rond 1200-1230 na Christus.

De Inca-samenleving was op zijn grootst en invloedrijkst onder het bewind van de Pachacuti Inca Yupanqui van 1438 tot ca. 1471, en erna nog door zijn zoon Tupac Yupanqui tot 1493. Het Incarijk werd met de tijd enorm: in 1470 werd het grote Chimu rijk toegevoegd, als ook (grote) delen van Ecuador, Bolivia, Chili en Argentinië. Het gebied strekte zich uit over de hele Andes met een lengte van ca. 4.800 kilometer. Door een enorm goed georganiseerd militair, bestuurlijk en administratief systeem konden de Inca’s een enorm land besturen. Iedereen werkte en leefde voor de staat en in ruil daarvoor legde de staat grote voorraden aan voor tijden van slechte oogst en rampen, die dan aan het volk toekwamen. Door de grote diversiteit aan producten vanwege de verschillende klimaten (zee-/land-,bergklimaat) konden steeds weer andere soorten producten worden uitgewisseld als het ergens eens een keer wat slechter ging. Belangrijke plaatsen waren Cuzco (hoofdstad), het Titicacameer en de “verborgen” plaats Machu Picchu, waarvan de laatste niet werd ontdekt door de Spanjaarden en gelukkig grotendeels bewaard is gebleven.
Het koste de Spanjaarden weinig moeite de Inca’s te veroveren omdat het land inmiddels een sterke tweedeling kende. Het lukte de Spanjaard Pizarro om tussen 1532 en 1536 het grootste deel van het rijk te veroveren. In 1572 werd tenslotte Vilcabamba, het laatste stukje Inca-rijk ingenomen.

Juwelen en materialen
Moche goudwerk - Kleurrijke Wereld Sieraden
Toen de Spanjaarden de Maya’s, Azteken en Inca’s veroverden waren zij eigenlijk alleen maar uit op goud. Veel kunstschatten werden in onnoemlijke hoeveelheden door de Spanjaarden vernietigd.
De grote hoeveelheid goud in Zuid-Amerika werd door de Spanjaarden simpelweg omgesmolten tot voor hen opnieuw bruikbare brokken goud. Anderzijds zijn veel kunstschatten en kralen weer wel bewaard gebleven, wanneer het de oudere culturen betreft, dus die van vóór de Maya’s, Azteken en Inca’s. Deze zijn goed bewaard gebleven omdat ze al werden begraven voordat de Spanjaarden Amerika bereikten.

De overgebleven precolumbiaanse handelskralen die op dit moment (nog zeldzaam) beschikbaar zijn binnen de handel, dateren veelal uit de periodes van ca. 1.500 tot 500 jaar oud.
Veel gebruikte materialen voor  juwelen in al deze culturen waren (edel-)steen, in het bijzonder de heel donkergroene Jade voor de Maya’s, maar ook Carneool (kornalijn), Turkoois, heldere kwarts en Malachiet (Zuid-Amerika – Chimu). Goud en in mindere mate zilver was ook zeer belangrijk. Schelp was een veel of zelfs meest gebruikt materiaal in veel culturen. De Maya’s kenden ook wel mooi bewerkte benen kralen.
Er bestonden al vroeg handelsroutes tussen Midden- en Zuid-Amerika waarlangs men de diverse edelstenen en materialen kon aan- en verkopen.

Jadeite
Jade was onder de Maya’s een veel gebruikte steen in juwelen, zij zagen deze edelsteen van veel grotere waarde dan goud. De kleur groen stond voor hen voor water en de groei van vegetatie. Hun voorgangers, de Olmeken, gebruikten deze steen ook. Veel van de teruggevonden Jade kralen zijn vooral groter van formaat, robuust, en zelfs met gekerfde motieven zoals die ook werden gebruikt in hun aardewerk, schilderwerk en gebouwen. Jade werd veelal gehaald uit de gebieden rondom Guatemala.
De Olmeken en Maya’s waren echte liefhebbers van Jade, hoewel er ook wel Serpentijn en gelijkende groene veldspaat edelstenen werden gebruikt. De echte donkergroene (bij voorkeur de Smaragdkleur) en appelgroene Jade werden voorbehouden aan de belangrijkste koningen en oppermachtigen. In de latere tijd van de Azteken en Mixteken was de gebruikte Jade al van veel mindere kwaliteit, waarschijnlijk omdat de betere Jade al niet meer voorhanden was. Al in de tijd van de Azteken en Mixteken werden de eerdere Jade edelstenen van de Olmeken en Maya’s al weer opnieuw bewerkt. Het is onvoorstelbaar hoe men in al deze beschavingen (met weinig werktuigen en gereedschap) de vrij harde edelsteen kon bewerken en maken tot kraal. Het is om die reden dat vaak het formaat en vorm van de steen zelf werd gevolgd, simpelweg omdat men de steen nog niet makkelijk kon doorklieven. Met veel geduld moest de steen beetje voor beetje worden gepolijst en geschuurd met behulp van andere hardere stenen.

Goud
Goud was in de gebieden rond Midden-Amerika en vooral Zuid-Amerika rijkelijk voorhanden en werd gevonden in de rivierbeddingen. Zowel goud als zilver was voor veel culturen een echt heilig goed.
De Azteken noemden goud “de uitwerpselen van de goden” en zilver was het “witte goud”. Voor de Inca’s stond goud gelijk aan “het zweet van de zon”, gerelateerd aan de Zonnegod Inti. Zilver stond voor “tranen van de maan”, gerelateerd aan de maangodin Mama Quilla.
Het eerste goud dateert uit de Chavin cultuur rond 500 jaar voor Christus. Het betreft hier dun plaatmateriaal dat is bewerkt en gehamerd.
De Chimu en Inca volkeren leerden later met meer ingewikkelde technieken te werken, maar bleven altijd ook een voorkeur houden voor goudplaatwerk. Zo maakten de Chimu bijvoorbeeld ronde kralen die hol waren van binnen. Er werden 2 helften gemaakt van dun plaatmateriaal, die als het materiaal nog warm was, om de vorm van bijvoorbeeld een houten ronden mal werd gebogen. Vervolgens werden de twee helften met een natuurlijk lijmmiddel aan elkaar gezet. Er waren in die tijd nog geen soldeermiddelen bekend.
In Columbia, Panama en Costa Rica kende men weer bewerkingen die voldeden aan onze huidige maar nog simpele ‘casting’ techniek, waarbij voorwerpen werden gegoten. De Mixteken en Tairona maakten de meest fraaie bewerkte gouden kralen en juwelen, vaak gecombineerd met rijk gekleurde edelstenen of combinaties met dierenfiguren. Door het gebrek aan ijzer werktuig en gereedschap gebruikte men in veel beschavingen stenen hamers, obsidiaan en koperen messen, boortjes van been en koperen staven. De Inca’s gebruikten het eerste echte gereedschap, gemaakt van koper en bronzen messen en beiteltjes.
Gouden kralen waren vaak rond of organisch van vorm. De Azteekse kralen werden vaak in de vorm van simpele dierenfiguren gemaakt. De Andes volkoren maakten naast veel plattere en ronde bewerkte kralen ook veel figuren in de vorm van een menselijk hoofd of belangrijke god.

Schelp
Schelp was een veel gebruikt ruw materiaal voor alle Precolumbiaanse volkoren voor het maken van kralen en amuletten. De Abolone schelp (ook wel zee-oor) werd geïmporteerd vanuit de Californische kust naar Zuid-Amerika. Precolumbiaanse schelp - Kleurrijke Wereld Sieraden
De stekeloester schelp (Spondylus) was een zeer gewilde schelpsoort voor de volkeren in Zuid-Amerika. De schelp werd vanuit Ecuador verhandeld zowel naar het noorden als het zuiden. De dieprode en soms oranje kleur had sterke religieuze betekenissen. Vaak wordt deze schelpsoort in rode kleur aangezien voor koraal, maar dat is het zeker niet. Koraal was langs de kustranden van de Stille Oceaan helemaal niet voorhanden. De rode kralen waren vaak wat kleiner en in disk vorm en werden samen gedragen met witte exemplaren. (zie schelpfoto). Ook nu nog worden stekeloesterschelpkralen als zeer waardevol gezien, en door de huidige Indianen in voornamelijk de VS gedragen samen met Turkoois.
Veel schelpkralen komen uit de Zenu beschaving (Sinu-Colombia) of uit Peru. De veel kleinere schelpkralen kwamen uit het zuiden (Peru), de wat grotere vaak uit wat nu het huidige Ecuador en Colombia is. Veel van de schelpkralen zijn overigens wit van kleur, deels vanwege het feit dat witte schelp als basismateriaal werd gebruikt, anderzijds zijn soms kleuren en details verloren gegaan doordat de kralen lang begraven zijn geweest.
De Tiahuanaco-Wari beschaving in Peru is bekend om hun platte rechthoekige schelpkralen met prachtig ingelegde (dieren-) figuren, rijk van kleur, vorm en tekening. De wat grotere ronde platte schelpkralen die vaak werden gedecoreerd of gekerfd in ronde motieven en cirkeltjes zijn vaak afkomstig uit Ecuador. De dunnere en brozere exemplaren werden vermoedelijk niet als kraal of juweel gedragen, maar op kleding gezet.
De Tairona beschaving uit Colombia maakte dierenfiguren uit steen maar ook uit schelp. Soms waren het kralen, andere dienden weer als hanger of talisman. Veel gezien waren de kikker en ook vogelfiguren.

Introductie Glaskralen en later als handelskraal
Bij het ontdekken van het nieuwe continent hoorde uiteraard ook de introductie van de diverse Europese (Venetiaanse en later Hollandse) glaskralen. Niet altijd werd er oorlog gevoerd of waren de betrekkingen slecht of overheersend. Zeker in eerste instantie wilden de Spanjaarden ook kennis maken en handel drijven. Zowel Columbus, Cortes als Pizarro namen in eerste instantie vele ‘cadeau’s’ mee om de inheemse volkeren tegemoet te treden. Vaak dachten de mensen dat ze te maken hadden met edelsteen kralen, en hoe meer glimmend en blinkend en dieper van kleur, des te beter.
Hoewel in Noord-Amerika glaskralen heel populair werden, waren bepaalde typen glaskralen in Midden- en Zuid Amerika ook graag gezien. In de 16e eeuw waren het vooral simpel getrokken glaskralen van uni-kleur die werden meegenomen en verhandeld. In het bijzonder moeten de Nueva Cadiz kralen en de Cornaline d’Aleppo kralen worden genoemd. De Nueva Cadiz kralen zijn vernoemd naar een oude havenplaats op het eiland Cubagua vlakbij Venezuela, waar bij opgravingen gigantisch grote hoeveelheden van dit type kralen zijn gevonden. Deze kralen werden gemaakt volgens een versimpeld principe zoals die van de Chevron kraal, maar waren slechts met 3 kleurlagen, in plaats van de 7 lagen van de Chevron in die tijd. De Nueva Cadiz was vooral in Venezuela en andere landen in Midden-Amerika behoorlijk populair en werd door de Europeanen tegen parels geruild.
De Cornaline d’Aleppo was onder de bevolking van Guatemala erg gewild. Zij zagen de kraal aan voor koraal, dat door de Spanjaarden eerder was geïntroduceerd.
Tenslotte waren vele ‘oog’ (eye) kralen ook een gewaardeerde kraal in Midden- en Zuid Amerika.

Meer lezen:

– bekijk hier een sieraad met Precolumbiaanse schelp
– over het oude Mesopotamie en Neolithische revolutie

Bronvermeldingen en naslagwerken:
Alles vrij geinterpreteerd of vertaald uit:
– the History of Beads – Louis Sherr Dubin
– Collectible Beads – Robert K. Liu
– de Oude Beschavingen – John Haywood
met veel dank aan schrijvers en uitgevers van bovenstaande naslagwerken

Fotowerk:
– * Moche goudwerk/-kralen uit the History of Beads
– landkaart: eigen opmaak volgens History of Beads en Oude Beschavingen
– sieraad: uit collectie Puur Kleur, op achtergrond van Maya hierogliefen
– alle schelpen: ruwe materialen (precolumbiaans) verwerkt in huidig en toekomstige sieraden van Kleurrijke Wereld. De materialen zijn niet los te koop

Precolumbiaanse schelp - Kleurrijke Wereld Sieraden uitsnede

Comments are closed.