Nieuwsbrief

Geetste Kornalijn

 

Geetste Kornalijn

‘Geëtste’ Kornalijn (ca. 2.000 jaar v.Chr. – 1.900 n.Chr)
‘Geëtste’ kornalijn en agaat werden vervaardigd door vaklieden in verschillende landen en culturen in voornamelijk India en Perzië. Er is veel geschreven over deze opvallende kralen, echter veel is tegenstrijdig en nog altijd is de oorspronkelijke werkwijze van het maken en etsen van de kralen niet geheel zeker.

Twee belangrijke onderzoekers die veel werk hebben verricht naar het proces van het vervaardigen en de echtheid van historische ‘geëtste’ kralen zijn Horace Beck (1933) en M. Dikshit (1949). We onderscheiden de ‘geëtste’ kornalijn in oranje (soms wat roder) met witte patronen en lijnen en de agaat in bruin/oker/beige kleuren met witte of soms zwarte patronen en lijnen. Die laatste kralen zijn de bekende Dzi- amulet kralen die vaak koker- of buisvormig zijn en die in de Tibetaanse cultuur als heilige kralen met medicinale werking worden gezien.

Voor de oranje kornalijn kralen gaat de geschiedenis terug tot rond 2.000 jaar voor Christus naar de Harrapa beschaving in de Indus vallei. Hier werden de eerste ‘geëtste’ kornalijn kralen teruggevonden. Van de periode rond 300 jaar voor Christus en 200 jaar na Christus werden exemplaren gevonden met meer duidelijke witte patronen en tekeningen. Van een latere periode, tussen 500 en 1000 jaar na Christus, zijn opnieuw historische ‘geëtste’ kornalijn kralen teruggevonden, maar hier schijnt dat vermoedelijk het vakwerk te zijn geweest van de Perzische bevolking en niet van de Indische. De eerdere Indische industrie overleefde wel, maar er zijn meer kralen teruggevonden in het huidige Iran en Afghanistan, die vervolgens werden verhandeld in het Midden Oosten en Rusland. Weer veel later zijn een zelfde soort kralen teruggevonden van rond 1200 na Christus met Islamitische inscripties in plaats van patronen en lijnen. De laatste kralen die op een zelfde werkwijze werden vervaardigd dateren van rond 1850-1900.

De term ‘geëtst’ is eigenlijk niet correct. In plaats van een bijtend chemisch zuur, zoals wij dat kennen, werd namelijk een alkalisch middel gebruikt uit planten. De kraal of plak kornalijn werd in een mal van klei met katoen gedaan. Tijdens het drogen werd soda (of kalium) vermengd met het sap van de Kirar plant (familie van de kappertjesplant) en op de edelsteen in een minuscuul patroon gedecoreerd. Het plantensap had geen chemisch effect maar zorgde ervoor dat het patroon zichtbaar werd. Daarna werd de steen enige minuten in smeulende houtskooltjes gelegd, waarna het eruit werd gehaald en schoongemaakt. Horace Beck ontdekte dat het alkalische middeltje aan de oppervlakte van de kraal binnendrong en zich verspreidde net onder de oppervlakte. De onuitwisbare lijnen en patronen zijn vaak zacht voelbaar, maar vertonen geen sterke groeven. Beck veronderstelde dat de zwarte lijnen en patronen (agaat) werden gemaakt met koper.

Tegenwoordig worden ‘geëtste’ kralen gemaakt door ze machinaal van ingekerfde lijnen en patronen te voorzien en vervolgens op te vullen met een wit vulmiddeltje. De ingekerfde lijnen zijn dan duidelijker voelbaar. De ‘geëtste’ kornalijnen van honderd tot enkele honderden jaren oud zijn nog te koop tegen redelijk tot aanzienlijke prijzen. De echte historische kralen van duizenden jaren oud behoren tot de collecties van privé-verzamelaars, die ze soms aanbieden tegen exorbitante prijzen van duizenden dollars/euro’s per collier.

Klik hier voor meer informatie over de werking van Kornalijn (Carneool)

Klik hier voor sieraden met ‘Geetste Kornalijn’: