Nieuwsbrief

Romaanse glaskralen

Romaanse glaskralen

Romaanse glaskralen

Romaanse Glaskralen
(200 v.Chr. – 400 n.Chr.)
Rond 4000-3000 jaar voor Christus werd in Egypte, Palestina and Syrie (Mesopotaans rijk) reeds glas gemaakt.
De zg. Egyptische Faience (niet te verwarren met Faience uit Italië uit de Middeleeuwen) was de eerste vorm van het maken van glas.

Kristalkwarts werd verpulverd en vermengd met zand, kalk, as van planten, natron en vermengd met water. De basisvorm werd na droging eventueel afgeschuurd om fijnere resultaten te verkrijgen. Daarna werd een alkali-kalk-silicium-glazuur gebruikt. Door het gebruik van koper verkreeg men een blauw/groene faience.

Toen het Romeinse rijk zich steeds meer begon te vestigen werden de technieken door de Romeinen overgenomen van de volkeren die zij veroverd hadden. Ze pasten de technieken aan, verfijnden deze en verbeterden deze. Al snel werd de Romaanse glasblaas techniek ontwikkeld en verder verspreid. Na deze uitvinding werd het glas maken een moderne productie methode voor die tijd en het glas kon vrij met de hand worden gevormd. Onder het gezag van de eerste Romeinse keizer Augustus (1ste eeuw voor Christus) werd de glasindustrie een belangrijke bron van handel en inkomsten voor het Romeinse rijk.

De term “Romaans”, “Romaanse Glas periode” en “Roman Glass” wordt gebruikt om het glaswerk aan te duiden uit de periode rond 200 jaar voor Christus tot ca. 400 jaar na Christus binnen het Romeinse rijk, dat zich uitstrekte van grote delen van Europa, delen van Noord Afrika, het Midden-Oosten tot aan het huidige Afghanistan. Vele gebruiksvoorwerpen zoals vaasjes, potjes en schaaltjes zijn teruggevonden, waarin men olie, parfum, kohl, cosmetica, medicijnen en zalfjes bewaarde. Veel van dit glas wordt tegenwoordig nog teruggevonden bij Archeologische opgravingen in het huidige Afghanistan.

Romaans glas wordt gemaakt van zand, kalium, sodium (natrium) carbonaat, gekleurde metalen en gevormd door gebrand zeewier en kalk. Er werden verschillende kleuren, patronen en complexe technieken gebruikt. Metalen werden toegevoegd om meer kleurvariatie te verkrijgen. Koper werd gebruikt om de meer turkooisachtige kleuren zoals licht blauw, groen  tot zeer donker groen te verkrijgen. Toevoeging van kobalt maakte de kleur heel donker blauw. Het meer gele en purper werd vervaardigd door gebruik te maken van mangaanerts en antimonium werd toegevoegd voor een meer opake gele en witte kleur. Tenslotte veroorzaakte de toevoeging van ijzer een licht blauwe, groene, bruine of diep zwarte kleur.

De iriserende- (met glinstering van regenboogkleuren) en opaalglans die je veel op de glaskralen aantreft is veroorzaakt door het ‘vergaan’ en ‘verteren’ van glas, omdat het jarenlang begraven is geweest en werd ‘ingevreten’ door de vochtigheid en zuren in de aarde. Met name deze natuurlijke en verweerde kleuren en de iriserende en opaalglans patina-deeltjes op het glas heeft tegenwoordig een grote meerwaarde voor deze specifieke kralen en juwelen.

Klik hier voor sieraden met Romaanse glaskralen: